De legendarische Luik-Bastenaken-Luik, ook wel bekend als La Doyenne of ‘De Oude Dame’, vond plaats op 21 april 2024. De oudste van de vijf ‘monumenten’ wordt verreden in de Belgische Ardennen, beroemd om zijn heuvelachtige profiel. Dat betekent moordende beklimmingen en een heleboel leuke koersmomenten om van te genieten. Hoewel de renners altijd het meest zichtbare aspect van elke koers zullen blijven, wilden we ook even kennismaken met degenen die betrokken zijn bij de achtergrondprocessen rondom de profploegen in Luik-Bastenaken-Luik.

We hadden het genoegen om te spreken met Jonas de Win, die sinds 2019 logistiek manager is van UCI WorldTeam Alpecin-Deceuninck en die voor ons wat van zijn kostbare tijd wilde vrijmaken midden in de voorbereidingen van Luik-Bastenaken-Luik.

We begonnen het gesprek met een tegenwoordig veelgehoorde vraag in de sport: wat zijn in de afgelopen jaren, gezien de snel veranderende aard van het profwielrennen, de grootste veranderingen geweest in het team Alpecin-Deceuninck?

“Vanuit mijn oogpunt als logistiek manager is dat zeker de omvang van de profploeg, die enorm is gegroeid. Alles verandert mee: het rollend materieel is talrijker geworden, we hebben nu ongeveer 80 renners in alle groepen, dus meer verplaatsingen die gepland moeten worden, meer wedstrijden en meer reizen binnen en buiten Europa. We zijn in China geweest, Canada, Australië... Ook de crew groeit nog steeds – met meer mecaniciens, soigneurs en sportdirecteuren – en voor al deze mensen moeten we natuurlijk vervoer hebben. Gelukkig sta ik er niet meer alleen voor. Ik heb twee collega’s die me helpen met het mannenteam, het vrouwenteam, de opleidingsploegen en het MTB/multidisciplinaire team.”

In het licht van de job van mijnheer De Win waren we natuurlijk benieuwd hoe lang het duurt om het hele team, de crew en de uitrusting naar Luik-Bastenaken-Luik te vervoeren en alles wedstrijdklaar te maken.

“We zijn gevestigd in België en de meeste van onze renners zijn Belgen, dus Luik-Bastenaken-Luik is logistiek gezien een stuk minder ingewikkeld dan andere wedstrijden. Bovendien zijn sommige renners en crewleden al in de buurt naar aanleiding van eerdere wedstrijden, zoals de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl. Voor andere wedstrijden moet soms bijna iedereen overvliegen, maar voor LBL blijft het allemaal behoorlijk lokaal. We hebben bijvoorbeeld al een keukenwagen klaarstaan van de Waalse Pijl en ook de meeste voertuigen zijn al ter plaatse, inclusief de teambus, dus ze kunnen meteen op pad.”

Škoda is de belangrijkste voertuigpartner van Luik-Bastenaken-Luik, ook verschillende andere UCI WorldTeams maken er gebruik van, en bovendien is de autoconstructeur net een nieuwe partner geworden van het team Alpecin-Deceuninck. Welke veranderingen en voordelen betekent dat partnerschap voor mijnheer De Win?

“Ik heb nog nooit eerder met Škoda gewerkt en we zijn echt enthousiast, vooral omdat we meer spullen kunnen meenemen gezien de laadcapaciteit. Vorig jaar moesten we bijvoorbeeld drie renners en hun bagage gaan oppikken aan de luchthaven en dat was niet mogelijk met één auto. Met Škoda zou dat wel gelukt zijn. Er is ook meer ruimte en comfort voor passagiers, wat vooral handig is voor sportdirecteurs en andere stafleden, omdat ze tijdens wedstrijden vier tot vijf uur aan één stuk in hun auto zitten.”

Er staan in totaal 35 Škoda’s ter beschikking van het team, waarvan zeven-acht specifiek tijdens Luik-Bastenaken-Luik en vier-vijf tijdens Liège-Bastogne-Liège Femmes. Ze hebben allemaal een specifieke rol en een specifiek doel.

“Onze vloot bestaat volledig uit automatisch geschakelde auto’s, zoals het wedstrijdreglement nu voorschrijft, om de veiligheid en effectiviteit te vergroten. We hebben specifiek gevraagd naar Škoda Superbs om over meer ruimte te beschikken, en we hebben ook meer vermogen gevraagd voor de auto’s van de ploegleiders, zodat ze hun aandacht bij de wedstrijd kunnen houden en snel kunnen komen waar ze moeten zijn, of het peloton snel kunnen inhalen. Zestien auto’s zijn uitgerust met radiocommunicatie en twintig hebben een fietsdrager op het dak.”

“In de eerste DS-auto zitten de hoofd-DS, assistent-DS en een mecanicien. In de tweede DS-wagen zit soms een tweede hoofd-DS, als de wedstrijd belangrijk is en als we een ontsnapping uit het peloton verwachten, en nog een mecanicien. De andere vier of vijf auto’s zijn assistentievoertuigen die worden gecoördineerd door de sportdirecteurs. Een daarvan is altijd een bevoorradingsauto, die ook meestal dienstdoet als finishauto, met twee verzorgers aan boord die de renners medisch bijstaan. Ongeveer vier andere auto’s beheren de bevoorradingspunten. In LBL Femmes is de verhouding tussen DS- en assistentiewagens ongeveer 1:4. Hoewel onze hele vloot 35 auto’s telt, proberen we het aantal wagens dat tijdens de wedstrijden wordt ingezet, te beperken uit milieuoverwegingen. Tijdens de wedstrijd vervoeren de auto’s koelboxen met bidons, een gereedschapskist voor onze mecaniciens, reserveonderdelen voor de fietsen, helmen, schoenen, regenkleding voor de renners, enzovoort.”

Volgens mijnheer De Win is het heel moeilijk te zeggen op welk moment de auto’s het meest onmisbaar zijn. Schijnbaar is dat zelfs wanneer ze stilstaan.

“Elke minuut telt. Als ze voor het hotel geparkeerd staan, zijn ze startensklaar voor de crew en de renners. Zonder onze auto’s zouden we natuurlijk niet in staat zijn om de wedstrijd te volgen en onze renners bij te staan. Na de wedstrijd hebben we ze nodig om de hele ploeg in het hotel of thuis af te zetten. Ze zijn dag en nacht belangrijk om ervoor te zorgen dat we onze plannen kunnen realiseren.”

Logistieke tijdlijnen verschillen van wedstrijd tot wedstrijd. Voor Parijs-Roubaix, bijvoorbeeld, zijn ze uitdagender en vereisen ze een flexibele planning, maar Luik-Bastenaken-Luik is rustiger omdat Alpecin-Deceuninck gevestigd is in België, zoals mijnheer De Win al zei.

“We proberen alle plannen zeven dagen voor de wedstrijd af te ronden. Het hangt er ook van af of de renners een verkenningsrit doen. Dat gebeurt meestal twee, drie dagen van tevoren, maar dat is al lang voor de wedstrijd zelf besloten. Dus het ideale scenario is dat het plan gewoon soepel wordt uitgerold.”

Als laatste opmerking over de interne werking van de logistiek van een UCI WorldTeam bood mijnheer De Win ons nog een inkijk in de technologie die ze gebruiken om up-to-date te blijven en efficiënter georganiseerd te worden.

“We werken met een online logistiek platform dat speciaal voor wielerploegen is gemaakt. We voeren alles in het systeem in: vliegtickets, treintickets, reisroutes, hoteladressen, welke gasten komen, wie met welke auto rijdt, enzovoort. We doen alle boekingen zelf zonder gebruik te maken van een externe partner. Toen ik begon te werken bij Alpecin-Deceuninck, gebruikten we uitgeprinte pdf's en Excel-bestanden, maar naarmate we als team groeiden, was het onmogelijk om op die manier te blijven werken. Gelukkig stonden onze teammanagers Christoph en Philip Roodhooft open voor verbeteringen, zodat we nu met slechts een paar kliks lastminutewijzigingen kunnen doorvoeren en iedereen op de hoogte blijft.”

Mijnheer De Win, nogmaals bedankt voor de tijd die u wou vrijmaken voor dit gesprek, en we wensen Alpecin-Deceuninck het allerbeste toe, niet alleen in Luik-Bastenaken-Luik, maar in het hele seizoen 2024! 

Een diepe inkijk in Alpecin-Deceuninck: de rol van teamauto’s in Luik-Bastenaken-Luik

Related Articles